Wat?
- Een taal die zowel jij als de hulpvrager voldoende begrijpt en spreekt. In de praktijk is dit vaak Engels of Frans.
Voordelen
- Er is geen tussenpersoon nodig, daardoor kan je sneller een vertrouwensband opbouwen.
- Je kan eventueel afwisselen met Nederlands en zo een kans bieden om wat Nederlands te oefenen.
Aandachtspunten
- Als je het taalniveau te hoog inschat, kan dat tot verwarring of frustratie leiden. Controleer dus zeker het taalniveau bij jezelf en de hulpvrager en beslis (samen) of je het gesprek in de andere taal kan voeren.
- Sommige termen zijn moeilijk om te vertalen, denk aan woorden zoals ‘inburgering’, ‘budgetbeheer’ en ‘CLB’. Als je weet dat je in een andere taal zal communiceren, zoek dan bepaalde basistermen of vakjargon voor het gesprek op.