Ken jij deze collega’s? Lees hier hun taalverhaal

  • Hoe groot is het team?

We zijn met 5 collega´s.

  • Wat is je moedertaal?

Mijn moedertaal is Frans, maar mijn moeder was Nederlandstalig. Op school en thuis spraken we Frans.

  • Met je moeder praatte je ook Frans?

Ja, want mijn vader was Franstalig. Bij onze grootouders, tantes en neven praatten we wel Nederlands. Het was eigenlijk eerder Brussels dan Nederlands.

  • Spreek jij Brussels?

Brussels spreken is moeilijk, maar ik verstaat het.

  • Zijn er veel Franse woorden in het Brussels?

Ja, het is een mengeling.

  • Praten nog veel mensen Brussels, denk je?

Ja, hier in de gemeente wel. Ik heb ook toespraken gehoord in het Brussels. Carine spreekt soms Brussels met 2 andere collega´s. Het leeft.

  • Waar heb je dus Nederlands geleerd?

Een beetje thuis met mijn Nederlandstalige familie en op school. Later heb ik de opleiding vertaler-tolk gedaan: Nederlands, Engels en Frans.

  • Gebruik je beide talen voor het werk?

Ja, zeker.

  • Welke talen spreken jullie in je dienst?

We zijn met 5 Franstaligen dus we spreken altijd Frans. We moeten wel in Nederlands schrijven en Nederlandstalige burgers in het Nederlands te woord staan. 

  • Waarom wil je ambassadeur zijn voor ons project?

Omdat ik overtuigd ben van het belang van tweetaligheid. De openbare diensten moeten hun burgers in hun taal kunnen aanspreken. Ik vind het een goede opportuniteit om interessante workshops te volgen en mijn collega’s te motiveren. 

  • Naam: Mireille
  • Departement: Algemene Zaken
  • Functie: Verantwoordelijke van de dienst Communicatie, Participatie, Handel en Festiviteiten 
  • Woonplaats: Sint-Agatha-Berchem
  • Moedertaal: Frans
  • Kennis Nederlands: zeer goed
Walschaert Mireille